U bent hier
U bent hier
Botdensiteit bij kinderen met CP op basis van niet-invasieve echografie van de tibia
![]() |
Lisa Messely Peter Prinzie |
Spreker:
Dr. Charlotte Vanwesemael
Affiliatie:
KU Leuven
Achtergrond:
Kinderen met cerebral palsy hebben door een samenspel van multipele factoren een verhoogd risico op het ontwikkelen van een gedaalde botdensiteit. Secundair hieraan hebben zij tot 20% meer kans op fracturen, wat dan weer een belangrijke weerslag heeft op de levenskwaliteit. De gouden standaard voor het meten van de botdensiteit is nog steeds de DXA-meting, al houdt deze geen rekening met de geometrie van de botten. Als alternatief werd perifere CT getest. Wegens positioneringsproblemen en bewegingsartefacten is ook deze techniek echter niet eenvoudig te gebruiken bij kinderen met CP. Recent werd het meten van botdensiteit d.m.v. echografie geïntroduceerd en betrouwbaar bevonden.
Doelstelling:
De haalbaarheid van echografische botdensiteitsmetingen nagaan bij kinderen met CP, alsook de botdensiteit gemeten met echografie vergelijken met deze van normaal ontwikkelende kinderen. Daarnaast trachten we verschillen te detecteren tussen de verschillende functioneringsniveaus en bestuderen we de invloed van multipele omgevingsfactoren op de botdensiteit en toetsen deze aan bevindingen uit de literatuur.
Studiepopulatie:
We voerden 777 botdensiteitsmetingen uit bij 335 patiënten met cerebral palsy (204 jongens en 128 meisjes; 1.8 tot 21.3 jaar oud), naast meting van meerdere parameters voor biometrie . CP-type en -distributie alsook GMFCS en MACS werden vergaard d.m.v. dossierstudie. Tenslotte werd een vragenlijst afgenomen welke peilt naar omgevingsfactoren die een invloed kunnen hebben op de botdensiteit.